Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Vakbekwaam redeneren | Zie kind niet over het hoofd

Uit angst de jeugdige tot zondebok te maken, verleggen hulpverleners de focus soms teveel naar opvoeders en omgevingsfactoren. Zo dreigt het kind met het badwater te worden weggegooid.
‘Ik werk met gezinnen’, zegt een collega tijdens een bijspijkersessie over de positie van de verklarende analyse in de jeugdhulp. ‘En ik richt me op de ouders’, brengt een ander in. ‘Je wilt tenslotte niet dat het kind de schuld krijgt van alle problemen’, vult een derde aan. Instemming van vrijwel alle aanwezigen. In gesprek hierover blijken een paar oude rotten de rationale hiervoor nog te kennen: de inspanning om ‘scapegoating’ in het gezin te ver- mijden. Daarmee moet worden voorkomen dat het kind de rol van zondebok aanneemt, en zo de aandacht afleidt van de ongezonde communicatiepatronen in het gezin. Daardoor worden de ‘echte’ problemen van het gezin niet besproken. Sterker, ze worden niet gezien.
Hoewel dit inzicht onze visie op de samenhang van kind- en gezinscontext verder heeft gebracht, lijkt de ongewenste bijwerking ervan te zijn dat het als verbod wordt opgevat om als professional specifiek naar de (bedreigde) ontwikkeling van het betreffende kind te kijken. Men verzuimt om concreet in kaart te brengen hoe het kind functioneert in de verschillende leefgebieden (thuis, school, derde milieu) en na te gaan wat het kind lukt onder welke omstandigheden en waar het moeite mee heeft. En dat is een vreemde opvatting als het om jeugdhulp gaat. Het gewenste perspectief is namelijk niet alleen dat het opvoederschap ‘goed genoeg’ is, of dat het gezin ‘in overeenstemming met onze maatschappelijke normen functioneert’, maar ook dat het aansluit bij de specifieke ontwikkelingsbehoeften van de betrokken kinderen. Dus dan moeten we beginnen om samen met de opvoeders naar de (bedreigde, afwijkende of speciale) ontwikkeling van hun kind te kijken.
Bij analyse van problematiek behoren jeugdhulpverleners die te bekijken vanuit drie mogelijke invalshoeken: 1) de zorgen om de (bedreigde) ontwikkeling en zorgelijk gedrag van het kind; 2) het opvoederschap dat hieraan tegemoet probeert te komen en 3) de invloed van gezins- en omgevingsfactoren op het opvoederschap en de ontwikkelingsmogelijkheden van de kinderen. Vanuit deze invalshoeken kunnen we problemen onderkennen. Problemen benoemen we aan de hand van signalen die om een verklarende analyse vragen, om te begrijpen welke invloeden de problematiek hebben doen ont- staan, in stand houden maar ook, waardoor de problemen niet erger zijn dan ze zijn.
De legitimatie dat we ons vanuit de jeugdhulp tegen
Premium

Wil je dit artikel lezen?


    Al abonnee? Log dan in